Artikel Lyn Hamilton

Een artikel dat voor het eerst werd gepubliceerd in de Los Angeles Times door een regelmatige bezoeker van de eilanden, Lyn Hamilton, eigenaar van een antiekwinkel in Toronto en schrijver van archeologische mysteries. Naar aanleiding van research tijdens het hieronder beschreven bezoek schreef ze het boek 'The Maltese Goddess' (ISBN: 0425162400).

Doordat dit multiculturele land steeds opnieuw is binnengedrongen is het een beetje overweldigend, maar uiteindelijk ontroerend, zelfs - of vooral - met het mysterie in het achterhoofd.

Ik was verdwaald. Alweer. Borden wijzend naar Malta's politiehoofdkwartier in Floriana, die eerder naar rechts wezen, wijzen nu op onverklaarbare wijze naar links, wat betekent dat er tussen de eerdere borden en de laatste dat ik was gepasseerd, een politiebureau had moeten zijn. Maar tenzij ambtenaren de was ophangen vanaf hun balkon op de tweede verdieping of groenten en fruit op de stoep, heb ik het gemist.

Hulp was echter niet ver weg. "Yoohoo, dearie" riep een stem van dichtbij.

Ik keek en zag een vrolijke groep van oudere Maltezen rusten in de schaduw van een in roze bloesem gehulde oleanderstruik.

"Bent u getrouwd?" vroeg een van de vrouwen.

Van een leeftijd en afkomstig van een plaats waar deze vraag meestal niet de eerste is die gesteld wordt, stond ik perplex, maar toen ze het voor de tweede keer vroeg, antwoordde ik dat ik niet getrouwd was. De glimlachen verdwenen. Een van de vrouwen frummelde aan een zakdoek en veegde een traan weg. Natuurlijk was het niet beleefd om de tachtigers op het eiland aan het huilen te maken.

"Ik ben bijna getrouwd", loog ik.

Gelach brak uit. Ik vroeg om een routebeschrijving en voor ik het wist, en ondanks mijn protest, bewogen we, heel langzaam, met stokken en al, richting een imposant gebouw een blok verderop.

Toen we er waren, wilde ik niet naar binnen. Ik was op Malta om onderzoek te doen en te schrijven over een moordmysterie. En hoewel het nodig was de locatie van het hoofdkantoor van de politie te weten, hoefde ik geen contact met een norse agent binnen de poort. Ik bedankte mompelend en zette het op een lopen, de ouderen achterlatend. Voor zover ik weet vertellen zij nog steeds aan hun kleinkinderen over die bijzondere toeriste die van gedachte veranderde over haar bezoek aan het politiebureau en die onduidelijk was over haar burgerlijke staat.

Of misschien niet. De Maltezers zijn meer dan gewend aan bezoekers die, onbekend of anderszins, hun vaderland binnenvallen. Bijna elke natie met belangen in de Middellandse Zee, van de Feniciërs in de 9de eeuw voor Christus tot de Britten in de 20e eeuw, heeft beweerd dat Malta hen toebehoorde, gelokt door een van 's werelds grote natuurlijke havens en een locatie in het midden van de Middellandse Zee tussen Sicilië en Tunesië. Sommige van de belangrijkste personen van de geschiedenis -Paulus, Napoleon, Graaf Roger de Noorman - hebben voet gezet op Malta's rotsachtige kust. Alle hebben hun stempel op het eiland en het landschap gedrukt en als gevolg daarvan, is Malta een levend en ademend museum, een plek waar de mediterrane geschiedenis, van duizenden jaren, te zien en aan te raken is en kan worden geroken.

Voor een schrijver is Malta's bijzondere mix van geschiedenis onweerstaanbaar. Voor een auteur als ik, die schrijft over archeologische mysteries, zijn er genoeg grafkelders, grotten en catacomben waar honderden lichamen verborgen kunnen worden, maar zelfs voor een schrijver, is het moeilijk de essentie van de plek vast te leggen.

De Maltezers zijn gek op het maken van voedselanalogieën om hun identiteit te definiëren. Ze zullen zeggen dat hun cultuur als hun eten is, een mix, verwijzend naar het feit dat Maltese huisvrouwen tot voor kort de avondmaaltijd meenamen naar de plaatselijke bakker, waar het bij ieders andere maaltijd in de bakstenen oven werd gekookt. Waardoor de geuren en smaken van alle andere maaltijden met elkaar verweven raakten. Ze zullen ook vertellen dat hun persoonlijkheid is as Maltees brood: krokant van buiten, zacht van binnen.

Of de voedselanalogieën kloppen of niet, je hebt een bepaald slag mensen nodig om te doorstaan wat de Maltezers hebben. Ze hebben geleden in conflicten die niet hun conflicten waren, het meest recent werden ze nog bijna uitgehongerd en gebombardeerd totdat ze bijna uitstierven in de Tweede Wereldoorlog. Veroverd, maar nooit echt helemaal onderworpen, onder de voet gelopen, maar niet geassimileerd, the 400.000 mensen van de Maltese eilanden zijn koppig, gelukkig en, zo nu en dan, razend Maltees.

Ik kom hier sinds 25 jaar, en ik moet toegeven dat ik veel van mijn tijd op Malta hopeloos verdwaald ben geweest. Een pijnlijke bekentenis gezien het feit dat het eiland slechts 30 kilometer op langste en 15 kilometer op het breedste stuk meet. Ik weet waar alles is, ik kan het alleen niet altijd vinden. Ik wijt dit gedeeltelijk aan het gebruik van richtingaanwijzers welke, ondanks recente verbeteringen, nogal grillig geplaatst zijn. Naar mijn mening zijn de borden zelf en het Maltees, een taal die de rest van ons niet kan begrijpen noch correct kan uitspreken, slechts bedoeld om het indringers moeilijk te maken. De hedendaagse indringers hebben geluk, omdat vrijwel iedereen Engels spreekt.

Ik ben niet de enige die lijdt aan richtingsdyslexie. Vrijwel alle onafhankelijk reizende mensen die naar Malta gaan zijn tijd kwijt met het bedenken waar ze nu eigenlijk zijn. Het zorgt voor leedvermaak onder de lokale bewoners. Een Canadese vriend die hier werkte ontdekte dat het op kantoren gebruikelijk is dat men weddenschappen afsluit op de hoeveelheid tijd dat nieuwkomers te laat op het werk verschijnen.

Toen ik het afgelopen voorjaar terugkeerde naar het eiland, was ik vastbesloten om niet weer verdwaald te raken. Het plan daarvoor was om zaken, archeologisch gezien, in de juiste volgorde te gaan behandelen. Ik zou starten aan het begin, of in ieder geval aan het begin van de menselijke bewoning, en verder werken langs de belangrijke perioden in de geschiedenis van het eiland. Dat is een van de wonderen van Malta: Je kunt verschillende millennia behandelen in niet meer dan een paar dagen. Vanwege mijn geografische onbekwaamheid zou ik met de bus reizen.

Om het nog gemakkelijker te maken, vond ik een hotel op loopafstand van de centrale busterminal net buiten de grote poort van de hoofdstad Valletta. De bus waar ik op de eerste ochtend instapte leek bijna zo oud als de prehistorische plaatsen welke ik wilde bezoeken; een klein rond nummer met een aangepaste grille en twee heiligen op het dashboard. Eentje van de maagd Maria en de andere van een Italiaanse voetballer. De man naast me legde uit dat de bussen in privébezit zijn, vaak in het bezit van de bestuurders. Ze rijden volgens een fietswielmodel met Valletta in het midden. Er bestaat een dienstregeling, voegde hij eraan toe, maar de chauffeurs vertrekken wanneer zij daar zin in hebben.

"Je kunt niet verdwalen", verzekerde hij mij op het moment dat we met een macho getoeter en een zwarte wolk uit de uitlaat vanaf de terminal vertrokken. "Blijf gewoon in de bus zitten en je komt vanzelf weer terug."

Eenmaal bevrijd van de terreur die het zelf rijden op Malta is - ze rijden aan de linkerkant, rotondes zijn eng en er is nergens, nooit een parkeerplaats te vinden - genoot ik van mijn rit naar mijn bestemming, de tempels van Hagar Qim en Mnajdra. De weg liep door een aaneengeschakeld lint van kleine dorpen, met de botergele tint van de lokale stenen. Ik staarde naar de puien van de winkels, waar bakkers, bankiers, schoenmakers en kistenmakers hun handel al eeuwenlang verhandelden. Ik zag kinderen in schooluniformen spelen op het schoolplein, een priester groette zijn parochianen, vrouwen vormden een rij om brood te kopen en mannen discussieerden luidkeels, waarschijnlijk over politiek.

Al snel maakten de dorpen plaats voor het platteland, kleine percelen met roodkleurig landbouwgrond afgebakend met stenen muren. Het terrein is opvallend gevarieerd als je in ogenschouw neemt dat het eiland slechts een oppervlak heeft van 180 vierkante kilometer; ruige bergkammen, diepe valleien en een kustlijn die varieert van strand tot enorme kliffen. Stoffige wegen worden begrensd door oleanders, bougainville en Chinese roos. Een groot contrast met de steenachtige grond. Ik liet me zo meeslepen dat ik het bord met mijn bestemming pas opmerkte toen het alweer in de verte verdween. Gelukkig was de wandeling terug niet al te lang.

Hagar Qim en Mnajdra zijn oude stenen tempels aan Malta's zuidkust: Hagar Qim hoog op een helling met een uitzicht over de zee, Mnajdra op een klip ongeveer 500 meter naar beneden. Ongeveer 3600 jaar voor Christus, 1500 jaar nadat de eerste bewoners op het eiland aankwamen (waarschijnlijk vanaf Sicilië), gebeurde hier iets buitengewoons. Slechts met behulp van stenen werktuigen, begon men tempels bestaande uit meerdere kamers te bouwen uit het zandsteen van het eiland. De constructies waren zo groot dat de reizigers uit de zeventiende eeuw dachten dat ze gemaakt waren door reuzen. Ruïnes van verschillende tempels vind je her en der op Malta en het zustereiland; Gozo.

"Uniek" is een woord dat te vaak wordt gebruikt, maar Malta's megalithische tempels zijn het. Zoiets was er ervoor niet en, ondanks theorieën die het tegendeel proberen te bewijzen, is er nooit meer iets dergelijks gevonden. Gebouwd ruim duizend jaar voor Stonehenge en de Piramide van Cheops, vormen ze 's werelds oudste losse stenen bouwwerken; krachtige, ontroerende plaatsen die vanuit de rotsen lijken te groeien.

Deze twee zijn mijn favorieten: Hagar Qim is de meest indrukwekkende van de twee, met grote gele opstaande blokken steen die vijf meter de lucht in toren, tonen hun vroegere grootsheid. Mnajdra is een complex bestaande uit drie tempels met een indrukwekkende ronde voorgevel en toegang waardoor de opkomende zon schijnt op het altaar ten tijde van de wendedagen.

Op deze plaats werden verschillende standbeelden gevonden van sensuele vrouwen, waaronder eentje die de Venus van Malta wordt genoemd. Wat het nut was van de tempels was is altijd een onderwerp van speculaties geweest. Jaren geleden kwam men op het idee dat de tempels waren gewijd aan een grote godin en dat idee is blijven hangen. Volgens deze visie bouwde een vredelievend volk, bestaande uit agrariërs de tempels en beeldden ze het lichaam van de godin uit. Het binnengaan van de tempel was in feite als het binnengaan van haar baarmoeder. Het is een interessante theorie die niet moeilijk te geloven is als je hier eenmaal bent.

Niet iedereen is het er echter over eens. Getuige een toerist bij Mnajdra die eerst wees naar twee gaten in een steen en vervolgens naar het eiland Filfla, vlak voor de kust.

"Duidelijk wat dit is", zei hij zelfverzekerd.

Voor mij was het niet duidelijk en dat bleek wellicht.

"Astrologie", legde hij uit.

Maar ja, liever een man met een theorie dan een man met een oneerbaar voorstel. Tijdens een eerder bezoek had een man nietsvermoedende vrouwen benaderd met de suggestie dat seks op het stenen altaar de beste ervaring in een mensenleven was. "Misschien", murmelde hij verleidelijk, "zult u mij hier na sluitingstijd ontmoeten."

Of misschien ook niet. Seks op het altaar is niet langer een optie, gezien het feit dat er nu een bewaker rondloopt. Drie jaar geleden hebben gewetenloze eikels - geestverwanten van de zielen die de laatste twee Maltese valken doodden in 1982 - Mnajdra beschadigd. Ze kantelden een aantal van de grote stenen. De schade is inmiddels hersteld en de tempel is mooier dan ooit.

De tijd is kort, ik heb verschillende eeuwen te behandelen en heb slechts vijf dagen om dat te doen. Dus, weer terug naar de busterminal voor mijn volgende stop: het Hal Saflieni Hypogeum; een ondergrondse tempel voor de doden die ooit gevuld was met botten van duizenden mensen.

Het fietswielmodel voor het openbaar vervoernetwerk werkt vooral inefficiënt en vereist veel heen en weer gereis. Het bracht me echter in de gelegenheid om mijn favoriete Maltese eten in te slaan: kleine gebakjes gevuld met ricotta genaamd pastizzi; warme gevulde broodjes genaamd imqaret en gbejniet, een kleine ronde peperkaas, welke allemaal gemakkelijk te verkrijgen zijn bij de vele eettentjes rondom de terminal. Aangesterkt,maar ingetogen door mijn eerdere onoplettendheid, was ik klaar voor vertrek.

Om bij het hypogeum en de nabijgelegen tempels van Tarxien te geraken adviseren gidsen om uit te stappen bij de kerk in Tarxien. Dit is ongeveer hetzelfde als tegen iemand in het centrum van Los Angeles te zeggen de bus naar Santa Monica te nemen en uit te stappen bij Starbucks. Er zijn geen aanwijsbare grenzen tussen de dorpen; het is moeilijk te weten wanneer je er een verlaat en waar de volgende begint. En er zijn heel veel kerken. Elk dorp heeft er tenminste eentje en meestal meer. Ondanks een dappere poging, mistte ik de halte.

Bezorgd over de kans dat ik nu ook mijn tour zou missen - vanwege de kwetsbaarheid van de plek is het aantal bezoeken aan het hypogeum beperkt en moet er van tevoren geboekt worden - vroeg ik om hulp. Maltezers zijn trots op hun beleefdheid en vragen geregeld of je ze vriendelijk vindt. Op die ene ruziezoekende buschauffeur na, zijn ze de meeste dat ook. Een zeer vriendelijk stel begeleidde mij tot de deur van het hypogeum. Ze zeiden dat ze deze kant toch op moesten, maar dat moesten ze helemaal niet. Ik zag hoe ze terugliepen toen we verzamelden.

Het hypogeum, gebouwd in ongeveer 3600 voor Christus, is verbazingwekkend. In vorm is het ongeveer gelijk aan de tempels die ik eerder bezocht. Het is er griezelig, donker, vochtig en desoriënterend. Geluid voert door de weinig verlichtte gangen waarvan de muren niet lijken te kloppen, de ronding vertekent de boel. De mensen die dit gebouwd hebben, moeten bijzonder geweest zijn, maar 1600 jaar na de bouw van de eerste tempel zijn ze weer verdwenen. Niemand weet waarom. Malta bleef een lange periode onbewoond.

In de loop der eeuwen kwamen de mensen geleidelijk terug; per ongeluk of gewild. Het eiland werd een satellietstaat van de Feniciërs, Carthagers, Romeinen, Byzantijnen, Arabieren, Normandiërs, Hohenstaufens, Angevins, Aragonezen en Castilianen. De keizers van Europa verhandelden het als hun fortuin toe- of afnam.

Sporen van allen zijn gebleven, en een van de meest aangename plaatsen om ze te zien is Mdina met haar buurstad Rabat.

De Feniciërs bouwden op Malta de eerste stad, vrijwel exact in het midden van het eiland. De Byzantijnen fortificeerden de stad, zoals ook de Arabieren later deden. De Arabische muur staat er nog steeds. Maar de stad zelf, Mdina, is nu een middeleeuwse burcht met een weids uitzicht vanaf de bastions. Het is gemakkelijk te vinden. De koepel van de kathedraal is al van mijlen ver te zien en met een afmeting van slechts 500 meter van begin tot eind is het, zelfs voor mij, moeilijk om hier te verdwalen. Hoewel de architecten je toch proberen te verwarren met hun smalle, schuine straten en blinde steegjes.

Het is een stad met bijzonder mooie huizen, van Normaans tot Barok. De sfeer druipt er vanaf. Op straatniveau hebben de huizen geen ramen, op de bovenste verdiepingen zijn de balkons. Er gaan verhalen rond over grote schatten, die verborgen worden door de muren. En als je over de kasseien loopt, met name 's nachts, raak je ervan overtuigd dat die verhalen wel eens waar kunnen zijn.

Mdina was ook belangrijk voor Rome. Vanwege het feit dat het eiland, vol villas en boerderijen, het rijk van voorraden voorzag. Vlakbuiten Mdina, aan de rand van Rabat, vind je het museum van Romeinse oudheden. Het gebouw, helaas gesloten vanwege een renovatie in de afgelopen lente, is in neoklassieke stijl gebouwd maar staat bovenop de resten van een Romeinse villa uit 50 voor Christus. De originele mozaïekvloeren, een aantal van zijn pilaren en veel artefacten zijn er nog.

De belangrijkste bezoeker van de Romeinse tijd was Paulus, die hier naar verluidt in het jaar 60 schipbreuk leed. De Maltezers zullen bezwaar maken dat ik het zeg, maar het bewijs voor de daadwerkelijke aanwezigheid van de apostel is niet overtuigend. Andere plaatsen, zoals Kreta, betwisten de claim van Malta. Desalniettemin danken de Maltezers hun bekering tot het geloof aan hem. Vrijwel alle Maltezers zijn katholiek en geloven zeer oprecht. De naam van Paulus is verbonden aan de meeste prachtige staaltjes van architectuur op Malta, plaatsen die je gemakkelijk een paar dagen kunt bezoeken. In Mdina vind je de zeventiende-eeuwse kathedraal met fresco's waarop de apostel preekt tot de eilandbewoners. In Rabat staat de Pauluskerk, gebouwd boven een grot waarin Paulus zijn toevlucht zou hebben genomen. En er zijn catacomben vlakbij naar hem vernoemd. Verder weg staan twee kerken die aan het voorval zelf gewijd zijn: Paulus schipbreuk in Valletta en St. Pauls Bay.

Als Paulus de meeste invloed heeft gehad op de psyche van het volk, dan zijn de bezoekers die de meeste invloed op het landschap hebben gehad de ridders van Malta. Deze zwervende ridders die verjaagd werden uit Jeruzalem, Akko, Cyprus en uiteindelijk Rhodos - eindeloos vluchtend voor de vloed van de Islam - hadden een thuis nodig. Ondanks dat ze iets luxueuzers in gedachten hadden, hadden ze weinig keus. De prijs was in ieder geval goed: de heilige Romeinse keizer Karel de vijfde stond het eiland af voor de prijs van een Maltese valk per jaar voor zijn jachtgronden. In het jaar 1530, nam de soevereine militaire en hospitaler orde van de ridders van St. John van Jeruzalem, van Rhodos en Malta bezit van het eiland en begon, zoals zoveel overheersen eerder - en de Fransen en Britten daarna -, het eiland te smeden naar hun goeddunken.

De ridders werden achterna gezeten door de Ottomanen, maar overwonnen de strijd na een bijzonder bloedige belegering in het jaar 1565. Als de helden van Europa konden ze beschikken over de middelen om te bouwen wat ze wilden met hulp van de architect van paus Pius de vierde.

Hun meesterwerk is Valletta, een versterkte stad op een schiereiland tussen Marsamxett harbour en de Grand Harbour. Valletta is in veel opzichten een moderne stad, propvol overheidsinstellingen en de gebruikelijke aanvulling aan fastfoodketens en souvenirwinkeltjes.

Ik heb een half uur staan praten in de kleine winkel van een schoenmaker. Het soort gesprek dat je kunt hebben in kleine steden waar dan ook. Trots toonde de schoenmaker foto's van zijn kleinkinderen. Hij vertelde me dat de winkel al generaties in de familie zit, maar zijn goed opgeleide kinderen hebben er geen belang bij. Hij verzet zich tegen de toetreding tot de Europese Unie, hoewel Malta dat dit voorjaar toch deed. Voor hem is het gewoon de laatste vorm van buitenlandse overheersing.

Het mag dan modern zijn, Valletta is nog steeds de stad van de ridders. Ik besteedde twee dagen lopend op straat om naar hen te zoeken. Ze zijn gemakkelijk te vinden, soms zelfs letterlijk met hun gezichten in steen in hun sarcofagen. Maar meer dan dat getuigt vrijwel elke straat en steeg van hun aanwezigheid. De ridders waren in eerste plaats in dienst om te zorgen voor de zieken van de kruistochten, maar waren in staat te vechten. Er zijn genoeg kastelen, wallen, bastions, wapenzalen en forten om de militaire historie voor altijd levend te houden en de gefortificeerde Grand Harbour is een fantastisch gezicht.

Ze waren bovendien in staat tot het maken van grote schoonheid. Geleid door de grootmeesters, werden de ridders onderverdeeld in langues, of tongues. Elke langue had een eigen residentie of auberge. Een van de meest aansprekende gebouwen van Valletta is Auberge de Castille et Léon, tegenwoordig het kantoor van de minister-president. Veel van de gebouwen van de ridders bestaan nog, worden goed gebruikt en zijn een bezoek waard. Auberge de Provence herbergt het museum van archeologie, het heilige ziekenhuis is het mediterraan conferentiecentrum en in het Grandmasters palace huist tegenwoordig het parlement.

Het zijn niet alleen de gebouwen waarin je de geesten van de ridders kunt vinden. De berg Screberras, waarop de stad is gebouwd, is niet geëgaliseerd. Straten lopen aan alle zijden naar beneden vanaf de hoofdader, Republic Street. De steilste straten hebben treden van ongeveer 6 tot 10 centimeter, wat ongeveer het maximum is wat een ridder met volledige bepantsering aankon. In de avond, als de winkels en kantoren zijn gesloten, kon ik het kletteren van hun pantsers bijna horen in de lege straten.

Hoewel Valletta van oorsprong sober was, wat past bij de gelofte van armoede die de ridders moesten afleggen, bereikte de Europese barok Malta rond 1650. Het veranderde het gezicht van het eiland voorgoed. Er moet iets van overdrijven of grootsheid zijn dat inspeelt op het gevoel van de Maltezers, want Valletta blijft een uitstekend voorbeeld van de barokke architectuur. Het meest weelderig is de kerk van de ridders, de Sint John Co-Katherdraal. Want hoewel het er sjofel uitziet aan de buitenzijde, is het interieur een lofzang van glorieuze overdaad. Elke centimeter bestaat uit houtwerk, is verguld of beschilderd.

Op haar manier weerspiegelt de kathedraal de transformatie van de ridders, die hun geloften negeerden en zichzelf buitengewoon verrijkten. Toen Napoleon stelde dat het tijd werd voor hen om te vertrekken, deden ze dat met pijn in het hart, nadat het eiland 268 jaar onder hun gezag had gestaan.

Het is opvallend gemakkelijk om betoverd te raken door Malta. Er is iets op dit droge, rotsachtige eiland en haar mensen wat u onverwacht betovert. Het maakt niet uit met hoeveel tegenzin je er aankomt. Ik denk dat het komt doordat het niet uitmaakt hoe vaak je er komt, er altijd wel wat is wat je verrast, iets wat je aan het lachen maakt.

Uiteindelijk kreeg ik toch nog de binnenkant van een Maltees politiebureau te zien. De sfeer was niet onvriendelijk, alleen wat chaotisch. De sergeant hield aan elk oor een telefoon en schreeuwde. Ik kwam om een proces verbaal voor een misplaatst paspoort te halen (In Malta raken paspoorten kwijt en worden ze niet gestolen, ze raken slechts misplaats).

Het leek op de een of andere manier nodig dat, gezien de tijd dat ik verdwaald ben geweest, mijn paspoort hetzelfde moest doen. Tijdens het invullen van de formulieren realiseerde ik mij dat hetgeen ik echt verloren had aan Malta mijn hart was.



Google